Dit zijn de wijzigingen voor HR in 2019

Wat gaan HR-professionals merken van de plannen die het kabinet voor 2019 in petto heeft? De eerste eigen begroting van het kabinet Rutte III zorgt voor ietsje meer koopkracht. Maar veel hangt ook af van werkgevers en vakbonden: zij moeten voor hogere lonen zorgen en een akkoord sluiten over de pensioenen. Personeelsnet geeft hier een uitgebreid overzicht met maatregelen waar HR in 2019 mee te maken krijgt.

HR-professionals krijgen volgend jaar weer volop wijzigingen voor de kiezen, zoals uitbreiding van verlof rondom de bevalling, de wijziging van de ketenregeling en compensatie voor de transitievergoeding.

Personeelsnet zet hieronder op een rij met welke punten HR-afdelingen rekening moeten houden:

Loonbelasting omlaag, BTW omhoog

  • Mensen moeten ook in hun eigen portemonnee gaan merken dat dat de economie weer volop draait. Het kabinet verlaagt daarvoor de loonbelasting en verhoogt heffingskortingen. De belastingschijf waarin de meeste mensen belasting betalen, daalt in 2019 van 40,85% naar 38,10%.
  • Door de invoering van het tweeschijvenstelsel nemen de besteedbare inkomens toe. De belastingtarieven in de tweede en derde schijf worden samengevoegd en stapsgewijs gelijkgetrokken met het nieuwe tarief in de eerste schijf (basistarief). In 2021 komt het gezamenlijke basistarief uit op 37,05%. Dat is bijna 4% lager dan nu. Het nieuwe toptarief komt uit op 49,5%, bijna 2,5% lager dan nu.
  • Het kabinet gaat de dividendbelasting helemaal afschaffen om Nederland daarmee aantrekkelijk te houden voor multinationals. Om deze maatregel te dekken, gaat het lage BTW-tarief omhoog van 6 naar 9 procent. Dat zullen we allemaal merken omdat veel dagelijkse boodschappen iets duurder worden. Maar ook dienstverleners als de kapper en schilder worden daardoor duurder.
  • Een leukere fiscale maatregel, is het plan de (elektrische) fiets van de zaak eenvoudiger mogelijk te maken. Vanaf 1 januari 2020 kan worden volstaan om 7 procent van de nieuwwaarde van de fiets bij het inkomen op te tellen. Net als bij de auto van de zaak, betaalt u dan over de bijtelling vervolgens belasting.

 

Koopkracht gaat vooruit, als de lonen maar genoeg stijgen

  • De koopkracht gaat er voor de meeste Nederlanders op vooruit, vooral voor werkenden. De gemiddeld koopkracht stijgt met 1,5 procent.
  • Opvallend daarbij is wel dat het kabinet er dan vanuit gaat dat de lonen gemiddeld met drie procent stijgen. Vandaar dat het kabinet werkgevers aanmoedigt om hun werknemers meer te belonen. Mocht de loongroei toch lager uitvallen, dan blijft er nog wel wat koopkrachtstijging over door de verlaging van de inkomstenbelasting en de extra ondersteuning voor gezinnen en ouderen.

 

Arbeidsmarkt in balans

  • Het kabinet komt met de nieuwe Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) waarin maatregelen staan voor flexibele arbeid, het ontslagrecht en de financiering van de WW. Dit wetsvoorstel gaat in het najaar van 2018 naar de Tweede Kamer.
  • De WAB maakt het eenvoudiger om een vast contract aan te bieden. Zo worden de mogelijkheden voor de proeftijd verruimd en komt er een cumulatiegrond voor redelijke gronden voor ontslag. Ook wordt het verschil in de kosten van ontslag tussen flexibele en vaste contracten kleiner. Dit kan door de opbouw van de transitievergoeding voor vaste en flexibele contracten gelijk te trekken.
  • Werkgevers die vaste contracten aanbieden, gaan een lagere WW-premie afdragen.
  • Tegelijkertijd wordt de mogelijkheid voor flexibiliteit uitgebreid voor terugkerend tijdelijk (seizoens-)werk dat maximaal negen maanden in een jaar kan worden verricht. In dat geval komt er meer ruimte om af te wijken van de ketenbepaling.
  • De ketenregeling wijzigt weer: de periode waarna opeenvolgende tijdelijke contracten overgaan in een contract voor onbepaalde tijd, wordt weer verlengd van twee naar drie jaar.
  • Oproepcontracten blijven mogelijk, maar het kabinet gaat wel de positie van oproepkrachten versterken om negatieve effecten, zoals permanente beschikbaarheid, te voorkomen.
  • Payrollen blijft ook mogelijk, zolang het alleen wordt gebruikt om de werkgever te ontzorgen en niet meer voor concurrentie op arbeidsvoorwaarden.
  • Voor de lange termijn wil het kabinet ook bekijken of de verschillende stelsels van het arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit nog wel aansluiten bij een toekomstbestendige arbeidsmarkt. Daarom stelt het kabinet een onafhankelijke commissie in die zal onderzoeken of ons huidige stelsel nog aansluit op de arbeidsmarkt van de toekomst.

 

Werkgevers krijgen compensatie voor transitievergoeding

  • Werkgevers ervaren risico’s bij het aannemen van vast personeel, door een stapeling van regelingen. Zo ervaren vooral kleine werkgevers de regels rondom ziekte en arbeidsongeschiktheid als risicovol en belastend, zodat ze aarzelen om vast personeel aan te nemen.
    Het kabinet gaat (kleine) werkgevers daarom ontlasten op het gebied van ziekte, zonder de instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen te laten oplopen.
  • De Wet transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid compenseert werkgevers vanaf 1 april 2020 voor verstrekte transitievergoedingen aan werknemers van wie de dienstbetrekking is geëindigd na langdurige arbeidsongeschiktheid. De regeling kent terugwerkende kracht tot 1 juli 2015.
  • Om te bevorderen dat het MKB weer meer personeel in (vaste) dienst durft te nemen slijpt het kabinet ook de scherpe randen van de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding. De transitievergoeding voor kleine werkgevers wordt gecompenseerd bij ontslag als gevolg van bedrijfsbeëindiging, pensionering of ziekte. Deze regeling komt bovenop de wet waarin de transitievergoeding gecompenseerd kan worden indien een werknemer wordt ontslagen na 2 jaar ziekte.

 

Schijnzelfstandigheid, zzp’ers en de Wet DBA

  • Het kabinet wil het zzp-schap beter regelen. Mensen mogen niet worden gedwongen om als zzp’er te gaan werken tegen lage tarieven. Want zo ontstaat oneerlijke concurrentie tussen werkenden. Bovendien ondermijnt dit het systeem van sociale zekerheid. Het kabinet gaat daarom schijnzelfstandigheid aanpakken en passende sociale beschermingvoor zelfstandigen bevorderen.
  • De vervanging van de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) verloopt moeizaam. Maar het kabinet werkt in 2019 wel verder aan de vervanging van de Wet DBA. Daarmee moet schijnzelfstandigheid worden tegengegaan. Verder moet er duidelijkheid komen voor zelfstandigen en opdrachtgevers over het al dan niet bestaan van een dienstbetrekking.

 

Verhoging wettelijk minimumjeugdloon

  • In 2017 is besloten tot een stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumjeugdloon. Als laatste stap (per 1-7-2019) krijgen werknemers vanaf 21 jaar (in plaats vanaf 22 jaar), recht op het volledige minimumloon en gaat het minimumjeugdloon voor werknemers van 18, 19 en 20 jaar verder omhoog.
  • Het minimumjeugdloonvoordeel (Jeugd-LIV) compenseert werkgevers voor deze loonkostenstijgingen.

 

Buitenlandse werknemers en Brexit

  • Uiterlijk 30 juli 2020 wordt de herziene Detacheringsrichtlijn ingevoerd, die onder andere een gewijzigde definitie van loon bevat. Gedetacheerde werknemers krijgen straks na 12 maanden detachering recht op de arbeidsvoorwaarden van het gastland. Uitzondering hierop zijn de regels voor ontslag en aanvullend pensioen.
  • 30-procentregeling: Om belangrijke tijdelijke buitenlandse werknemers uit het buitenland te binden (zoals kenniswerkers), mogen werkgevers voor hen 30% van het loon onbelast laten. Zij ontvangen zo dus meer nettoloon. De maximale looptijd van de 30%-regeling wordt met drie jaar verkort van maximaal acht jaar tot maximaal vijf jaar, ook voor bestaande gevallen.
  • Het kabinet neemt maatregelen voor als het misloopt met de Brexit en er op 29 maart 2019 geen akkoord is gesloten met het VK. In dat geval moet de toegang van VK-werknemers in Nederland worden geregeld. Om goed voorbereid te zijn wordt een wijziging in het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen voorbereid. Ook wordt bekeken of aanpassing van sociale verzekeringswetten nodig is.
  • In 2019 moeten dienstverrichters uit andere lidstaten die werkzaamheden in Nederland starten, hiervan melding doen. Voor de invoering van de meldingsplicht zal een communicatiecampagne worden gestart. De Inspectie SZW handhaaft de meldingsplicht.

 

Gezinnen, arbeid en zorg

  • Per 1 januari 2019 wijzigt de Wet arbeid en zorg op twee onderdelen:
    1. Het pleegzorg- en adoptieverlof wordt met 2 weken verlengd tot 6 weken. Gedurende het verlof, dat voor beide ouders geldt, wordt een uitkering verstrekt ter hoogte van het (maximum)dagloon.
    2. Gelijktijdig wordt het huidige kraamverlof (nu 2 dagen met behoud van loon) uitgebreid tot geboorteverlof met een omvang van eenmaal de wekelijkse arbeidsduur met behoud van loon.
  • Dit wordt gerealiseerd met de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG). Recht op het verlof, vanaf dan geboorteverlof genaamd, heeft de echtgeno(o)t(e) of de geregistreerd partner van de moeder, degene die ongehuwd met haar samenwoont of degene die het kind heeft erkend. Het verlof moet worden opgenomen binnen 4 weken na de dag van de bevalling.
  • Per 1 juli 2020 kan het geboorteverlof worden aangevuld met vijfmaal de wekelijkse arbeidsduur geboorteverlof. Tijdens het aanvullende geboorteverlof krijgt de werknemer een uitkering ter hoogte van 70% van zijn (maximum)dagloon.
  • Per 1 januari 2019 wordt de basiskinderbijslag met € 88,75 per jaar verhoogd. Daarnaast wordt ook de extra tegemoetkoming AKW verhoogd met € 88,75 per jaar. Dit extra bedrag aan kinderbijslag wordt toegekend aan ouders met een thuiswonend gehandicapt kind die tevens alleenstaande of alleenverdienende ouder zijn.
  • Meer paren krijgen recht op een (hoger) kindgebonden budget. Om ouders met middeninkomens extra te ondersteunen wordt daarvoor per 2020 de inkomensgrens voor afbouw van het kindgebonden budget verhoogd met 16.500 euro. In december 2019 zal de Belastingdienst de eerste (aangepaste) voorschotten voor 2020 verstrekken.
  • Ook wordt in 2019 verder ingezet op het verbeteren van de kwaliteit van kinderopvangdoor onder andere aanpassing van de beroepskracht-kindratio van 1 beroepskracht per 4 baby’s naar 1 beroepskracht per 3 baby’s en de introductie van de pedagogisch beleidsmedewerker. Hiermee zet het kabinet in op de ontwikkeling van kinderen.

Pensioenakkoord met vakbonden en werkgevers nodig

  • Om aansluiting te houden bij een veranderende arbeidsmarkt en om te voorkomen dat het draagvlak voor het stelsel langzaam afneemt is verandering van het pensioenstelselnodig. Het kabinet wil de sterke elementen behouden: een collectieve uitvoering die zorgt voor lage kosten, risicodeling die levenslange uitkeringen mogelijk maakt, en de verplichtstelling die ervoor zorgt dat een heel groot aantal werknemers aanvullend pensioen opbouwt.
  • Het kabinet heeft de SER gevraagd om advies uit te brengen over het pensioenstelsel. Een akkoord met werkgevers en vakbonden is belangrijk, vanwege het arbeidsvoorwaardelijke karakter van het aanvullend pensioen. Het kabinet hoopt dat zo’n akkoord er snel komt, waarbij het ervan uitgaat dat de herverdeling via de zogenaamde doorsneesystematiek verdwijnt. Daardoor kunnen pensioendeelnemers op elk moment de pensioenopbouw krijgen die past bij de premie die voor hem of haar is ingelegd.
  • Het moet zo ook aantrekkelijker worden voor zzp’ers om pensioen op te bouwen door meer keuzemogelijkheden te introduceren. Ook onderzoekt het kabinet of het mogelijk is om mensen bij pensionering een deel van hun pensioenvermogen als bedrag ineens op te laten nemen.
  • Vanaf september 2019 wordt op www.mijnpensioenoverzicht.nl het te verwachten pensioen uitgedrukt in drie scenario’s: een verwacht, een optimistisch en een pessimistisch scenario. Zo krijgen deelnemers meer dan nu inzicht in hun te verwachten pensioen, waarbij ook duidelijk wordt gemaakt dat dit pensioen hoger of lager kan worden.
  • Per 1 januari 2019 gaat de automatische waardeoverdracht van kleine pensioenen van start (minder dan 474,11 euro bruto per jaar, bedrag 2018). Vanaf dit moment is afkoop van een klein pensioen niet meer mogelijk. Pensioenuitvoerders dragen zoveel mogelijk kleine pensioenen over aan de pensioenuitvoerder waar op dat moment pensioen wordt opgebouwd. Om de kosten bij pensioenuitvoerders te beperken, vervallen per 1 januari 2019 hele kleine pensioenen (van 2 euro of minder bruto per jaar).

 

Arbo: Gezond en veilig werk

  • Het kabinet start een meerjarige campagne om beroepsziekten terug te dringen. Daarnaast moeten werknemers die ziek zijn door hun werk sneller en eenvoudiger dan nu het geval is een schadevergoeding kunnen claimen. Dit moet werkgevers stimuleren om meer bescherming te bieden.
  • Er komen meer arbeidsinspecteurs bij voor de bevordering van een eerlijke arbeidsmarkt, gezond en veilig werken en het aanpakken van schijnzelfstandigheid. In 2019 gaan de eerste extra arbeidsinspecteurs al aan de slag.
  • In 2019 zullen onderzoeken plaatsvinden naar de effectiviteit van de nieuwe Arbowet, zodat deze in 2020 kan worden geëvalueerd.
  • Verder moeten bedrijfsartsen hun preventietaken beter vormgeven en hierbij effectief samenwerken met andere arbodeskundigen. Daarnaast worden initiatieven ondersteund om het vak van bedrijfsarts aantrekkelijker te maken, omdat een tekort dreigt aan bedrijfsartsen.
  • De preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten moet verbeteren, vooral in kleinere bedrijven. Het kabinet gaat bekijken of de arbobeleidscyclus op onderdelen moet worden aangescherpt of eenvoudiger kan worden gemaakt.

Bron: © Personeelsnet Media BV, Rotterdam.

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *