Koolmees: meer verlof voor partner bij geboorte baby

Bij de geboorte van een baby krijgt de partner van de moeder meer dagen vrij. Vanaf begin volgend jaar een hele week. Nu is dat nog twee dagen. Vanaf 1 juli 2020 worden de verlofmogelijkheden voor partners na de komst van een baby verder uitgebreid, tot maximaal zes weken.

De Tweede Kamer stemde vandaag voor de nieuwe Wet Invoering Extra Geboorteverlof (WIEG) van minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Nu krijgen partners na de geboorte van een baby twee dagen verlof, betaald door de werkgever. Dat geboorteverlof wordt vanaf 1 januari 2019 vijf dagen. Vanaf 1 juli 2020 kunnen partners in het eerste half jaar na de geboorte van de baby vijf weken extra geboorteverlof krijgen. De verlofmogelijkheden voor partners worden zo fors verruimd, tot maximaal zes weken.

De week geboorteverlof kan meteen worden opgenomen, maar dat kan ook in de eerste vier weken na de bevalling. Bijvoorbeeld als de kraamverzorger net weg is of later.

Minister Koolmees zorgt met zijn WIEG voor meer en langere verlofmogelijkheden voor werknemers. Wie langer vrij wil, kan het eerste half jaar maximaal vijf weken extra geboorteverlof opnemen. In die periode hebben partners recht op een uitkering ter hoogte van 70% van het loon. Adoptie- en pleegzorgverlof voor ouders wordt ook verlengd, van vier naar zes weken.

De nieuwe wet van Koolmees moet er voor zorgen dat meer en langer geboorteverlof voor partners steeds normaler wordt.

Nieuwe Arbowet: geen prioriteit, kennis en tijd

In juni 2018 was een meerderheid van de bedrijven in Nederland nog altijd niet goed op de hoogte van de wijzigingen van de nieuwe Arbowet. De nieuwe Arbowet werd op 1 juli 2017 van kracht, in juli 2018 moesten bedrijven de verplichtingen hebben doorgevoerd. Maar het ontbreekt bedrijven aan prioriteit, kennis en tijd.

Nieuwe Arbowet: geen prioriteit, kennis en tijd

Dat gebrek aan prioriteit voor de nieuwe Arbowet blijkt uit een kwantitatief onderzoek door het ministerie van SZW. Zij voerde dit uit onder 774 zogeheten ‘arbo-beïnvloeders’ in het mkb en grootbedrijf (> 250 werknemers). Dat zijn de directeur of bedrijfsleider, HR-manager, preventiemedewerker en ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.

Het grootste deel van de arbo-beïnvloeders gaf aan wel te weten dat de Arbowet is gewijzigd. Maar lang niet al deze betrokkenen waren inhoudelijk goed op de hoogte van de verschillende wijzigingen en verplichtingen. Vooral in kleinere bedrijven ontbrak het in juni 2018 nog aan kennis over de plichten. Dat is bijna een jaar nadat de nieuwe Arbowet van kracht werd.

> DOWNLOAD gratis de whitepaper De vernieuwde Arbowet

Bedrijven kennen minder dan twee van acht wijzigingen

Gemiddeld waren bedrijven in juni bekend met minder dan twee van de in totaal acht wijzigingen. Een maand voor de wettelijke deadline voldeden dan ook lang niet alle organisaties aan alle verplichtingen.

Zo beschikte slechts 27 procent van de ondervraagde bedrijven in juni over een aangepast basiscontract. 57 procent was er nog ‘mee bezig of van plan’ dat contract aan te passen. De respondenten gaven aan wel te verwachten dat dit per 1 juli geregeld zou zijn.

> LEES OOK: Handige checklist voor het basiscontract

Maar minder optimistisch waren de arbo-beïnvloeders over de tijdige aanwijzing van de preventiemedewerker. Ook bestonden twijfels over de tijdige regeling van de procedures rond de bedrijfsarts, zoals het hebben van een klachtenprocedure.

> LEES OOK: Babbelen met je bedrijfsarts over later

Te weinig tijd, kennis en prioriteit voor nieuwe Arbowet

In het onderzoek geven de ondervraagden vaak aan dat er in de organisatie te weinig tijd, kennis en prioriteit is om aan de plichten te kunnen voldoen. Er is vooral meer behoefte aan kennis over het basiscontract en over de regels rond de bedrijfsarts.

> LEES OOK: Het wat & hoe van de Arbowet

Staatssecretaris Van Ark van SZW meldt de Tweede Kamer op basis van het onderzoek de voorlichting over de Arbowet te zullen intensiveren. Er komt volgend jaar nog een nadere evaluatie van de wijzigingen van de Arbowet.

De belangrijkste wijzigingen in de nieuwe Arbowet

De nieuwe Arbowet is op 1 juli 2017 in werking getreden.

> LEES OOK: Het wat & hoe van de Arbowet

Na 1 juli 2017 afgesloten contracten met arbodiensten moesten meteen voldoen aan de nieuwe regelgeving. Voor de aanpassing van bestaande contracten gold een overgangsperiode die op 1 juli 2018 afliep. Enkele andere belangrijke wijzigingen in de Arbowet zijn de regels voor de second opinion van de bedrijfsarts en een betere betrokkenheid van werknemers via de preventiemedewerker.

Bron: Arbo Online

Transitievergoeding na minder werken door ziekte

Bij het einde van een arbeidsovereenkomst hebben werknemers recht op een transitievergoeding. Dat is een ontslagvergoeding gebaseerd op het aantal dienstjaren. Maar deze vergoeding geldt wettelijk alleen als de werknemer volledig stopt bij die werkgever. En dus niet als een werknemer minder uren gaat werken. Of toch wel?

Transitievergoeding na minder werken door ziekte

Toch wel. Want de Hoge Raad heeft bepaald dat werknemers die om gezondheidsredenen minder uren moeten gaan werken, ook recht hebben op een transitievergoeding. Een gedeeltelijke, weliswaar. Maar toch.

Dat is de uitkomst van een procedure die de Algemene Onderwijsbond (AOb) had aangespannen voor een docente. Door de uitspraak wordt het AOb-lid zo’n 34.000 euro rijker. Bovendien zal het arrest volgens de bond grote gevolgen hebben voor werknemers binnen én buiten het onderwijs.

> LEES de uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2018:1617)

Vanwege gezondheid minder uren moeten werken

De Algemene Onderwijsbond spande de zaak aan voor een docente die vanwege haar gezondheid minder uren moest gaan werken. In een dergelijke situatie waarin iemand een stap terug doet in het aantal werkuren, is de geldende standaardprocedure dat de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Vervolgens neemt de werkgever de werknemer opnieuw in dienst, maar dan voor minder uren.

Normaal gesproken hebben werknemers bij de beëindiging van een arbeidsovereenkomst recht op een transitievergoeding. Dat is een ontslagvergoeding die is gebaseerd op het aantal dienstjaren van de werknemer bij de werkgever. Deze vergoeding geldt wettelijk echter alleen als de werknemer in kwestie volledig stopt bij de werkgever.

> LEES OOK: Compensatieregeling voor ontslagvergoeding

Ons lid had óók recht op een transitievergoeding

Advocaten van de Algemene Onderwijsbond Joost Aarts en Geert Wind vonden dat niet erg fair. “Wij vonden dat ons lid óók recht had op een transitievergoeding, voor het aantal uren dat zij noodgedwongen minder ging werken”, zeggen ze.“Daarom hebben wij deze zaak uitgevochten tot aan de Hoge Raad. En die heeft ons in het gelijk gesteld.”

Uitspraak geldt bij minimaal 20% minder moeten werken

De uitspraak geldt voor werknemers die minimaal twintig procent minder moeten gaan werken. En dat zowel binnen als buiten het onderwijs. “Veel mensen die worden geconfronteerd met een gedwongen urenvermindering, gaan profiteren van deze uitspraak”, zeggen de advocaten.

Bron: telegraaf.nl